Dit wapen bevindt zich in de collectie van het CBG/Familiewapens onder registratiecode: HMUSNL000335, Collectienummer: 1801, Familienaam Aengenent, Muschart codering: 42A.
De bijbehorende registratie is als volgt:
De vertaling via Transkribus AI:
(Tussen haakjes is van mij)
Linker bladzijde
81 van Aengenendtin rood een zilveren kuras vergezeld boven van een zilveren barensteel met 4 hangers.
Familie in Gelderland
N(?): deugt niet, zie Aengen Eijnde met barensteel.
Armorial General Korrec … (?)
Rechter bladzijde
202 Behoort hiertoe wellicht Johannes Aengenent,
die tezamen met Louis van Zuijlen in Rotter-
dam handel drijft onder den firmanaam L.
van Zuijlen en J. Angenent en die kort voor
21/11 1810 surcheance van betaling hebben
aangevraagd, vermeld in de courant “Courier van Amsterdam” van 21/11 1810 no 106, en
evenzoo Eugenius Aengenent 13/1 1776 te Elten,
vermeld in het heerlijkheids archief te Horst in de doos VI met testamenten.
de spelling in het Arm General is: Aengenendt, verbetered in van Angenendt
(komt niet voor in de Planches)
Bovenaan de naam Muschart:
Rudolphe Theodore Muschart is een wapenkundige en heeft tussen 1915 en 1950 een grote collectie systeemkaartjes opgebouwd, waarop hij beschrijvingen van familiewapens maakte met vermelding van de familienaam en de bron.
Onderaan de naam Planches:
In de tweede helft van de negentiende eeuw publiceerde de Nederlander J.B. Rietstap een heraldisch standaardwerk: het “Armorial Général”. In de tweede druk (1884-1887) gaf hij beschrijvingen in het Frans van zo’n 100.000 familiewapens in binnen- en buitenland. Later verschenen er ook “Planches”: afbeeldingen van de door Rietstap beschreven wapens.
Verder wordt vermeld dat Jo(h)annes Aengenent, die samen met L. van Zuijlen (1762-1829) een bedrijf had in Rotterdam het wapen van Eugenius Aengenent (1725-1776) gebruikte als bedrijfslogo. Louis van Zuijlen was de zwager van Johannes. Louis was getrouwd met de zus van Johannes namelijk Anna Aengenent (1760-1829).
Vermoedelijk gebruikte Johannes het wapen na het overlijden van Eugenius (een neef van zijn vader). De bevestiging is in ieder geval dat het wapen bij Eugenius hoort en als eerst gebruikt is door zijn vader Joannes Aengenent (1693-1735) die als pachtboer werkte voor de gravinnen Manderscheid.
In de beschrijving van het wapen wordt de Courant van Amsterdam genoemd uit 1810. Hierin staat het verzoek van L. van Zuijlen en J. Aengenent om uitstel van betaling van schulden voor een jaar. De vertaling staat onder het fragment. Lees vooral de vertaling eens door en let op het taalgebruik.
(Tussen haakjes is van mij)
Wordt geadverteerd, dat, op de rekweste (aanvraag) van Louis van Zuijlen en Johannes Aengenent, negotierende (handelend) onder de firma van L. van Zuijlen en J. Aengenent, te Rotterdam, aan het keizerlijk hoog-geregtshof in Holland gepresenteerd, waarbij dezelve, met favorabele (gunstige) brieven van voorschrijving van den burgemeester der stad Rotterdam gemunieerd (beschermd), voor hunne gemelde firma van L. van zuijlen en J. Aengenant, hebben verzocht surcheance van betaling, mitsgaders van alle procedures, het zij uit wissel of andere schulden, voor den tijd van twaalf maanden, en inmiddels en hangende de deliberatien (overleg) provinciale surcheance. Hetzelve hof, bij appointement (beschikking) van dato den 16den van Slagtmaand 1810, de voorsz. provisionele surcheance heeft verleend, en voorts de anppliauten (?) benevens alle derzelver crediteuren geordonneerd (bevolen), te compareren (verschijnen), op woensdag den 19den van wintermaand eerstkomende, voor de heeren mrs. Jan Steven Wentholt en Ulrich Herman Sijpkens, raden in welgemelden hove, als commissarissen, die hen hooren zullen en den rade rapport doen; met inthimatie (aankondiging), dat, het zij dezelve crediteuren compareren (verschijnen) dan niet, door het hof zal, worden gedisponeerd (beschikt), zal bevonden worden te behooren; zullen de inmiddels het voorsz. Rekwest, appointment en bijlagen, ter visie liggen, ten kantore van den keizerlijken notaris en procurent (?) J.H. Lentfrinck, te Rotterdam, en van den procureur bij welgemeld geregtshof, H.A. Bollard.
Kortom, J. Aengenent en zijn zwager L. van Zuijlen vragen uitstel van betaling van schulden voor een jaar.