De rivier de Niers speelt een prominente rol in de vroege geschiedenis van de Angenenten. De rivier is altijd aanwezig geweest en fungeerde als levensader voor de hele regio. Het zien van de rivier betekende thuis zijn. Ze hebben de rivier gezien, erlangs gewandeld, erin gevist en gep.st en misschien wel erin gezwommen.
De Niers stroomt tussen de Rijn in het oosten en de Maas in het westen. De bron van de rivier bevindt zich in Erkelenz en van daaruit slingert de rivier naar het noorden langs Pont en Geldern, om uiteindelijk in Nederland uit te monden bij Gennep. De totale lengte van de rivier is 114 kilometer.
De Rijn, de Maas en de Niers zijn tijdens de ijstijden, zo’n 200.000 jaar geleden, gevormd. Door de eeuwen heen hebben deze rivieren een veranderde loop gekend, deels als gevolg van menselijk ingrijpen. Het is moeilijk voor te stellen hoe Henrik zich een weg baande door de moerassige Elzenbossen, door de drogere en hoger gelegen bossen, en hoe hij op een afstand elanden en beren kon waarnemen.
Toen wij in 2022 langs de Niers fietsten, van de bron tot de monding, konden we ons op sommige plekken een voorstelling maken van hoe het geweest moet zijn in vroegere tijden. Vandaag de dag heeft men gelukkig volop ingezet op renaturatie, dat is het herstellen van de natuurlijke kronkelige loop van de Niers, met inbegrip van een verdieping en verbreding, alsmede de invoering van zijarmen. Bovendien werden de oevers verlaagd, wat natuurlijk automatisch resulteerde in de vorming van eilanden, schiereilanden, uitwaarden en vochtige weiden. Een beetje hoe het heel vroeger was!
Ook de Romeinen, die zich in deze contreien ophielden, wisten de Niers te waarderen. De oudste vermelding over de Niers stamt uit de Romeinse tijd, tussen de eerste en de vierde eeuw n.C. Het staat op een bij Jülich gevonden votiefsteen , 20 km ten zuiden van Erkelenz, de bron van de Niers. Een votiefsteen of een matronsteen is een steen met een inscriptie gewijd aan een godheid. De steen is ondergebracht in het Rheinische Landesmuseum in Bonn.
Op de inscriptie staat in het Latijn: matronis vatuiabus nersihenis priminia justina per se en suis ex imperio ipsarum L.M
De vertaling is: Priminia Justina heeft dit monument voor zichzelf en haar gezin nagelaten aan de Vatuviaanse matrons van Nersihen op hun verzoek.
Uitleg:
- Priminia Justina is een belangrijke godin, of een belangrijke heerseres in de regio.
- Monument is de votiefsteen.
- Vatuviaans is Germaans voor water.
- Matronis betekent beschermster of godin.
- Nersihensis is Latijn voor Niers.
Dat de steen gevonden is bij Jülich is niet zo vreemd. Jülich, of in de Romeinse tijd Juliacum, was een halteplaats aan de Romeinse hoofdweg van Bologne-sur-mer naar Keulen.
Hieronder eigen opnames van de Niers, 2023. Zie ook fietstocht.